Responsive image

3. Verbeteren van het toezicht op degenen die...

Download de app voor meer functionaliteit.

3. Verbeteren van het toezicht op degenen die...

3. Verbeteren van het toezicht op degenen die agressieve fiscale planning mogelijk maken en bevorderen

Door de recente onthullingen in de media is gebleken in hoeverre bepaalde financiële tussenpersonen en adviseurs hun klanten helpen om geld offshore te verbergen. Sommige complexe transacties en ondernemingsstructuren kunnen weliswaar voor legitieme doeleinden dienen, maar andere offshore-activiteiten zijn in mindere mate te rechtvaardigen of zelfs illegaal. Er zijn op EU-niveau al meerdere belangrijke stappen ondernomen om te voorkomen dat ondernemingen en natuurlijke personen gebruikmaken van kunstmatige of verborgen offshore-structuren om belasting te ontwijken of ontduiken. Daartoe behoren nieuwe transparantievoorschriften voor financiële rekeningen (10), antimisbruikbepalingen in de anti-ontgaansrichtlijn (11), het robuuste EU-regelgevingskader voor de financiële sector en de voorgestelde wijzigingen van de vierde antiwitwasrichtlijn. Er pleit echter veel voor de invoering van verdere maatregelen, door middel van horizontale of sectorale bepalingen die specifiek zijn gericht op degenen die belastingontduikings- en -ontwijkingsregelingen bevorderen of mogelijk maken. Hierdoor zouden de bevoegde autoriteiten dergelijke activiteiten in een vroeg stadium kunnen constateren en tegengaan, en zouden mazen in de wetgeving die dit mogelijk maken, kunnen worden gedicht. Bovendien zou er sprake zijn van een afschrikkend effect op degenen die agressieve fiscale planning actief aanmoedigen en gebruiken.

In het BEPS-project van de OESO (actiepunt 12) wordt aanbevolen dat de landen belastingplichtigen en promotoren van regelingen inzake fiscale planning (belastingadviseurs, juridische adviseurs, financiële instellingen enz.) verplichten alle regelingen inzake agressieve fiscale planning die zij gebruiken of promoten, bekend te maken. Sommige lidstaten (12) hebben dergelijke verplichte openbaarmakingsregelingen al op nationaal niveau opgelegd en andere lidstaten nemen dit in overweging. Gezien het grensoverschrijdende karakter van agressieve fiscale planning hebben louter nationale regelingen echter slechts een beperkt effect. In mei 2016 heeft de Raad de Commissie verzocht "zich te beraden op wetgevingsinitiatieven inzake verplichte openbaarmakingsvoorschriften, geïnspireerd op actiepunt 12 van het BEPS-project van de OESO, met het oog op de invoering van doeltreffender stimulansen voor tussenpersonen die helpen bij belastingfraude of -ontwijking". Dit sluit aan bij de herhaalde oproep van het Europees Parlement naar strengere maatregelen tegen degenen die belastingontduikingsregelingen mogelijk maken en bevorderen.

De Commissie zal onderzoeken op welke manier het toezicht kan worden verbeterd en kan worden gewaarborgd dat doeltreffende negatieve prikkels worden ingevoerd voor degenen die regelingen betreffende agressieve fiscale planning bevorderen en mogelijk maken (13). Zo kunnen bijvoorbeeld dergelijke regelingen transparanter worden gemaakt voor de belastingautoriteiten.

Daartoe zal de Commissie in het najaar van 2016 beginnen met een openbare raadpleging waarmee feedback over de meest geschikte aanpak wordt verzameld.

Tegelijkertijd zal de Commissie nauw samenwerken met de OESO en andere internationale partners aan een mogelijke wereldwijde aanpak ten behoeve van betere transparantie betreffende de activiteiten van adviseurs, waarbij wordt gestreefd naar maatregelen die verder gaan dan de aanbeveling van het BEPS-project (actiepunt 12).

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.